Vandaag ga ik over een ontspannende vakantie schrijven. Ik was met mijn vriendje op vakantie. Ik ga niet zeggen waar we waren, omdat het niet belangrijk is. We hadden een leuke tijd en we zaten in een jeugdherberg. We hadden geen ontbijt of lunch daar, dus we moesten elke dag naar de supermarkt voedsel kopen. Op zeventiende augustus vierde we onze ‘huwelijk’. Ik wilde een leuke avondeten maken en ik wilde een wijn kopen. We gingen naar de supermarkt en we waren echt blij, omdat we op vakantie waren. Het weer was heerlijk en alles was gezellig. We waren ontspannen en gelukkig, omdat we samen zo lang waren. We hadden heel veel leuke dingen kopen en ik kocht een goede rode wijn die op korting was. Daarna gingen we terug naar de jeugdherberg. Daar wasde ik de borden af en hij maakte het eten. We aten onze smakelijk eten en dronk goede wijn in het tuin. Het was echt gezellig en ik was heel blij. Ik ben altijd gelukkig met hem. Daarna gingen we naar een caffé. Daar speelde hij gitaar en ik zong. We verdienden genoeg geld om naar een concert te gaan en om twaalf biertjes te kopen. Het concert was fantastisch, maar de volgende ochtend had ik hoofdpijn en ik voelde me een beetje misselijk, omdat ik zes biertjes dronk. :) Ik zou graag weer daar met hem willen gaan. Ik zou graag weer in die caffé willen zingen. Ik mis onze ontspannende en leuke tijd.